Fort “van den Bosch” in Ngawi
In Ngawi ligt het Fort “van den Bosch”. Het fort dat ongeveer 180 jaar oud is, was lange tijd vervallen en werd vrijwel niet bezocht. Onlangs is het geheel gerenoveerd en ligt het er weer prachtig bij. Ngawi ligt langs de doorgaande weg tussen Solo en Surabaya en het is leuk om onderweg het fort te bezoeken en even uit te rusten of te lunchen.
In 1839 werd begonnen met de bouw en in 1845 was het fort af. Jacobus van Dentz heeft het gebouwd. Hij was ook verantwoordelijk voor de bouw van het fort in Ambarawa.
Voor het fort bevond zich een ophaalbrug. In het fort is een keuken, toiletten (vroeger zat men gezellig naast elkaar 🙂 ) een gevangenis en veel slaapzalen waar de soldaten werden ondergebracht.
Het fort wordt in de volksmond ook “Fort Pendem” genoemd. Dit betekent “verzonken” fort (omdat het lager ligt dan de omgeving). Ook andere forten worden “Fort Pendem” genoemd: Zoals de forten bij Ambarawa en bij Cilecap.
Waarom is het fort naar Johannes van den Bosch vernoemd?
Johannes van den Bosch (1780-1844) is op 18-jarige leeftijd naar Nederlands-Indie vertrokken. Hij was toen al luitenant in het leger en klom op tot luitenant-kolonel. Nadat in januari 1808 Daendels namens Napoleon als gouverneur-generaal te Batavia werd benoemd, werd Van den Bosch op eigen verzoek ontslagen, omdat hij het niet eens was met het beleid van Daendels en vertrok hij naar Nederland.
Na verschillende functies te hebben vervuld zette hij zich vanaf 1818 in voor de “Maatschappij van Weldadigheid”. Deze Maatschappij van Weldadigheid is in Nederland bekend van de drie gestichten in Veenhuizen, waar wezen en bedelaars uit de grote steden werden geplaatst. Zij werden hier “opgevoed” en moesten hard werken om onontgonnen grond geschikt te maken voor landbouw.
De Java oorlog
Tussen 1825-1830 was er een grote opstand op Java (onder leiding van prins Diponegoro) tegen het Nederlandse gezag. Het Nederlandse leger trad hard op tegen de lokale bevolking en de opstandelingen. Aan Javaanse zijde waren er vermoedelijk meer dan 200.000 doden te betreuren, mede door voedseltekorten. De opstand van prins Diponegoro werd neergeslagen en Diponegoro werd na een valse belofte opgepakt door kapitein de Kock bij Magelang.
Java was er slecht aan toe. Volgens de Nederlandse regering moest de situatie snel verbeteren, zodat Nederlands-Indie weer geld op zou brengen voor Nederland.
Vanwege de opstand die leidde tot de onafhankelijkheid van België, kon Nederland het geld goed gebruiken.
Het cultuurstelsel
In 1830 werd Johannes van den Bosch tot Gouverneur-Generaal van Nederlands-Indie en commandant van het leger (KNIL) benoemd. Van den Bosch moest met de lokale vorsten afspraken maken en grond van hen afnemen, als straf voor de steun die ze hadden verleend aan Diponegoro.
Van den Bosch kreeg verder als opdracht er voor te zorgen dat Nederlands-Indie meer zou gaan opleveren voor Nederland. Hij voerde om deze reden het cultuurstelsel in.
Het cultuurstelsel betekende dat de bevolking 20% van hun grond moest bebouwen met “gouvernementsproducten” Dit waren producten die in Europa verkocht konden worden: indigo, thee, suiker en koffie. De Nederlandsche Handelmaatschappij zorgde voor de verkoop. Mensen die geen geschikte grond hadden, moesten 66 dagen per jaar herendiensten verlenen (gratis voor de overheid werken).
De lokale vorsten kregen een percentage van de opbrengst. Als de opbrengst meer dan 20% was kregen zij ook meer uitbetaald. Deze verdeel- en heerstactiek leidde tot nog meer uitbuiting en misbruik. Het cultuurstelsel leidde tot honger en armoede in Nederlands Indie.
In 1834 keerde van den Bosch terug naar Nederland en werd hij minister van de koloniën.
In 1839 werd begonnen met de bouw van het fort. Met het fort kon het leger Java beter onder controle houden. Hoewel Diponegoro gevangen was genomen, bleven zijn volgelingen zich tegen de Nederlanders verzetten. De plek bij Ngawi is gekozen omdat Ngawi op een handelsroute ligt en hier twee rivieren samenkomen: de Bengawan Solo and Madiun River.
KH Muhammad Nursalim
Eén van de volgelingen van Dipnegoro die zich bleef verzetten tegen de Nederlandse overheersing was KH. Muhammad Nursalim. De Nederlanders kregen hem met veel moeite te pakken, maar omdat hij bijzondere krachten had, lukt het niet hem te verwonden met scherpe voorwerpen. Ook kogels ketsten op hem af.
Anders dan Diponegoro, die vanwege zijn hoge afkomst werd verbannen, wilden de Nederlanders Nursalim (die niet van hoge afkomst was) doden. Door zijn bijzondere krachten kon hij niet worden doodgeschoten of gestoken. Hij is toen vastgebonden en levend begraven. Om zeker te weten dat hij zou sterven gebeurde dit binnen het fort. Zijn naam is hierdoor blijven voortleven.
Zijn graf is nog altijd in het fort terug te vinden. Vanuit het graf groeit een boom.
Hel van Ngawi
Nadat het fort in 1845 klaar was, werd hier een garnizoen gelegerd. Na verloop van tijd kreeg het fort nog een andere functie. Het werd ook een “tuchthuis” voor onverbeterlijke militairen. Het fort kreeg toen de bijnaam “Hel van Ngawi”.
De soldaten die in deze periode vanuit Nederland kwamen behoorden vaak niet tot de “goede elementen van de moederlandse maatschappij” zo werd geschreven. Het was daarom vaak nodig hen discipline bij te brengen. Dit gebeurde in het tuchthuis, in het fort in Ngawi waar “de rottan veelvuldig werd gehanteerd“.
Begin 20ste eeuw kreeg het fort een andere functie. Van 1926 tot 1932 werd het een landsopvoedingsgesticht. In 1932 kwam het leeg te staan. Dit duurde vijf jaar.
In 1937 werd het een werkinrichting voor “Inlandse zwervers en bedelaars”.
Tweede Wereldoorlog
Van 1940-1942 was het fort in gebruik als interneringskamp voor NSB’ers en Duitsers. Nederland was al door de Duitsers bezet, en in Nederlands Indie werd besloten alle NSB-ers en Duitsers als staatsvijand op te sluiten. Dit duurde tot de Japanners Indonesië bezetten in 1942.
Van februari 1943 tot 12 februari 1944 werden 1580 mannen in het fort opgesloten door Japan. Ook tussen 21 januari 1945 tot 30 augustus 1945 verbleven hier 737 gevangenen. Hiervan hebben 300 het kamp niet overleefd.
Bezoek
Het fort is dagelijks te bezoeken tot 17.00 uur. In het fort kan je lunchen of een kopje koffie drinken. Het is een leuke bestemming om onderweg even langs te gaan en een indruk te krijgen van vroegere tijden.