Indonesië is de afgelopen decennia veel veranderd. Toch zal het je verbazen hoe veel uit het verleden nog terug te vinden is.
Langs de weg zie je op de reclameborden van de vele kleine bedrijfjes nog veel bekende woorden die hun oorsprong vinden in het Nederlands, zoals “spanduk”, “knalpot” en “shokbreker”.
In het restaurant (restoran) wast u uw handen bij een “wasbak” en op uw “kamar” in het hotel kunt u rustig om een schone “handuk” vragen.
In het centrum van elke stad vind je nog de oude gebouwen van 100 jaar geleden. Gelukkig wordt er steeds meer moeite gedaan deze oude sfeervolle gebouwen te behouden.
Zelf de stad ontdekken is leuk, maar een lokale gids maakt een stadswandeling nog leuker.
Door de verhalen en uitleg ziet u het verleden herleven. Kunt u zich voorstellen hoe de stad 100 jaar geleden bruiste? In de koloniale tijd ontmoette de elite die rijk geworden was van de theeplantages elkaar hier en werd er volop gewinkeld in de luxe winkelstraat.
We nemen je graag mee terug in de tijd. De statige art-deco gebouwen staan al op je te wachten.
Wat is het plan?
✔ We lopen door het centrum van Bandung, door de oude winkelstraat. De stad is modern en levendig, en trekt nog steeds vele mensen uit de omgeving naar de vele winkels. Alleen zijn het nu vooral mensen op koopjesjacht naar goedkope merkkleding.
✔ Onderweg zijn de sporen uit het verleden nog duidelijk zichtbaar. De stad heeft veel art-deco gebouwen. Loop door dezelfde straten als Charlie Chaplin. Bedenk je hoe de koetsen hier stopten voor de klassieke hotels, zodat de “heren van de thee” hier van een uitgebreide rijsttafel konden genieten of overnachtten in de oude hotels die tot de dag van vandaag gasten van over de hele wereld welkom heten.
✔ De heerlijkste koffie wordt gemaakt bij “Kopi Aroma”. Al meer dan 90 jaar, volgens oud recept, verkoopt de oude familiebedrijf de lekkerste koffie. Kijk binnen en waan je terug in de tijd.
✔ Sinds 1918 kun je heerlijk eten en koffiedrinken bij Maison Bogerijen, de oude patisserie van dhr L van Bogerijen. Zelfs de gouverneur generaal kwam hier weleens eten! Schuif aan en proef van het oude Nederlandse gebak.
Terug in de tijd
3 uur vol art-deco, koffie en Sundanese gastvrijheid
Goed om te weten ✔
Wij verwelkomen u graag in onze prachtige stad Bandung
Geen extra kosten
Door de tour te doen, maak je kennis met het verleden en begrijp je het heden beter 😉
Privé rondleiding
Heeft u allergieën of speciale wensen, laat het mij dan van tevoren weten
Voor alle leeftijden
Praktische informatie ✔
Beschikbaarheid: elke dag Duur: 3 uur. Inbegrepen: gids Taal: Engels Beperkt aantal plaatsen: controleer beschikbaarheid
In Ngawi ligt het Fort “van den Bosch”. Het fort dat ongeveer 180 jaar oud is, was lange tijd vervallen en werd vrijwel niet bezocht. Onlangs is het geheel gerenoveerd en ligt het er weer prachtig bij. Ngawi ligt langs de doorgaande weg tussen Solo en Surabaya en het is leuk om onderweg het fort te bezoeken en even uit te rusten of te lunchen.
In 1839 werd begonnen met de bouw en in 1845 was het fort af. Jacobus van Dentz heeft het gebouwd. Hij was ook verantwoordelijk voor de bouw van het fort in Ambarawa.
Voor het fort bevond zich een ophaalbrug. In het fort is een keuken, toiletten (vroeger zat men gezellig naast elkaar 🙂 ) een gevangenis en veel slaapzalen waar de soldaten werden ondergebracht.
Het fort wordt in de volksmond ook “Fort Pendem” genoemd. Dit betekent “verzonken” fort (omdat het lager ligt dan de omgeving). Ook andere forten worden “Fort Pendem” genoemd: Zoals de forten bij Ambarawa en bij Cilecap.
Waarom is het fort naar Johannes van den Bosch vernoemd?
Johannes van den Bosch (1780-1844) is op 18-jarige leeftijd naar Nederlands-Indie vertrokken. Hij was toen al luitenant in het leger en klom op tot luitenant-kolonel. Nadat in januari 1808 Daendels namens Napoleon als gouverneur-generaal te Batavia werd benoemd, werd Van den Bosch op eigen verzoek ontslagen, omdat hij het niet eens was met het beleid van Daendels en vertrok hij naar Nederland.
Na verschillende functies te hebben vervuld zette hij zich vanaf 1818 in voor de “Maatschappij van Weldadigheid”. Deze Maatschappij van Weldadigheid is in Nederland bekend van de drie gestichten in Veenhuizen, waar wezen en bedelaars uit de grote steden werden geplaatst. Zij werden hier “opgevoed” en moesten hard werken om onontgonnen grond geschikt te maken voor landbouw.
De Java oorlog
Tussen 1825-1830 was er een grote opstand op Java (onder leiding van prins Diponegoro) tegen het Nederlandse gezag. Het Nederlandse leger trad hard op tegen de lokale bevolking en de opstandelingen. Aan Javaanse zijde waren er vermoedelijk meer dan 200.000 doden te betreuren, mede door voedseltekorten. De opstand van prins Diponegoro werd neergeslagen en Diponegoro werd na een valse belofte opgepakt door kapitein de Kock bij Magelang. Java was er slecht aan toe. Volgens de Nederlandse regering moest de situatie snel verbeteren, zodat Nederlands-Indie weer geld op zou brengen voor Nederland.
Vanwege de opstand die leidde tot de onafhankelijkheid van België, kon Nederland het geld goed gebruiken.
Het cultuurstelsel
In 1830 werd Johannes van den Bosch tot Gouverneur-Generaal van Nederlands-Indie en commandant van het leger (KNIL) benoemd. Van den Bosch moest met de lokale vorsten afspraken maken en grond van hen afnemen, als straf voor de steun die ze hadden verleend aan Diponegoro.
Van den Bosch kreeg verder als opdracht er voor te zorgen dat Nederlands-Indie meer zou gaan opleveren voor Nederland. Hij voerde om deze reden het cultuurstelsel in.
Het cultuurstelsel betekende dat de bevolking 20% van hun grond moest bebouwen met “gouvernementsproducten” Dit waren producten die in Europa verkocht konden worden: indigo, thee, suiker en koffie. De Nederlandsche Handelmaatschappij zorgde voor de verkoop. Mensen die geen geschikte grond hadden, moesten 66 dagen per jaar herendiensten verlenen (gratis voor de overheid werken).
De lokale vorsten kregen een percentage van de opbrengst. Als de opbrengst meer dan 20% was kregen zij ook meer uitbetaald. Deze verdeel- en heerstactiek leidde tot nog meer uitbuiting en misbruik. Het cultuurstelsel leidde tot honger en armoede in Nederlands Indie.
In 1834 keerde van den Bosch terug naar Nederland en werd hij minister van de koloniën.
In 1839 werd begonnen met de bouw van het fort. Met het fort kon het leger Java beter onder controle houden. Hoewel Diponegoro gevangen was genomen, bleven zijn volgelingen zich tegen de Nederlanders verzetten. De plek bij Ngawi is gekozen omdat Ngawi op een handelsroute ligt en hier twee rivieren samenkomen: de Bengawan Solo and Madiun River.
KH Muhammad Nursalim
Eén van de volgelingen van Dipnegoro die zich bleef verzetten tegen de Nederlandse overheersing was KH. Muhammad Nursalim. De Nederlanders kregen hem met veel moeite te pakken, maar omdat hij bijzondere krachten had, lukt het niet hem te verwonden met scherpe voorwerpen. Ook kogels ketsten op hem af.
Anders dan Diponegoro, die vanwege zijn hoge afkomst werd verbannen, wilden de Nederlanders Nursalim (die niet van hoge afkomst was) doden. Door zijn bijzondere krachten kon hij niet worden doodgeschoten of gestoken. Hij is toen vastgebonden en levend begraven. Om zeker te weten dat hij zou sterven gebeurde dit binnen het fort. Zijn naam is hierdoor blijven voortleven.
Zijn graf is nog altijd in het fort terug te vinden. Vanuit het graf groeit een boom.
Hel van Ngawi
Nadat het fort in 1845 klaar was, werd hier een garnizoen gelegerd. Na verloop van tijd kreeg het fort nog een andere functie. Het werd ook een “tuchthuis” voor onverbeterlijke militairen. Het fort kreeg toen de bijnaam “Hel van Ngawi”.
De soldaten die in deze periode vanuit Nederland kwamen behoorden vaak niet tot de “goede elementen van de moederlandse maatschappij” zo werd geschreven. Het was daarom vaak nodig hen discipline bij te brengen. Dit gebeurde in het tuchthuis, in het fort in Ngawi waar “de rottan veelvuldig werd gehanteerd“.
Begin 20ste eeuw kreeg het fort een andere functie. Van 1926 tot 1932 werd het een landsopvoedingsgesticht. In 1932 kwam het leeg te staan. Dit duurde vijf jaar.
In 1937 werd het een werkinrichting voor “Inlandse zwervers en bedelaars”.
Tweede Wereldoorlog
Van 1940-1942 was het fort in gebruik als interneringskamp voor NSB’ers en Duitsers. Nederland was al door de Duitsers bezet, en in Nederlands Indie werd besloten alle NSB-ers en Duitsers als staatsvijand op te sluiten. Dit duurde tot de Japanners Indonesië bezetten in 1942.
Van februari 1943 tot 12 februari 1944 werden 1580 mannen in het fort opgesloten door Japan. Ook tussen 21 januari 1945 tot 30 augustus 1945 verbleven hier 737 gevangenen. Hiervan hebben 300 het kamp niet overleefd.
Bezoek
Het fort is dagelijks te bezoeken tot 17.00 uur. In het fort kan je lunchen of een kopje koffie drinken. Het is een leuke bestemming om onderweg even langs te gaan en een indruk te krijgen van vroegere tijden.
In de bergen bij Lembang, op een helling in het groen, 15 km noord van Bandung, ligt al bijna 100 jaar de sterrenwacht van Bosscha.
Ru Bosscha was de zoon van een Duits-Nederlandse wetenschapper en zelf afgestudeerd in Delft. Hij had een grote belangstelling voor de wetenschap. Toen hij in 1887 op 22-jarige leeftijd naar Nederlands-Indie vertrok, was het laatste wat zijn vader voor vertrek tegen hem zei: „Als ge het zwaar hebt, daarginds, vindt dan kracht in je liefde voor de sterren”. Toen Ru Bosscha op 63-jarige leeftijd overleed, werd in de krant geschreven dat hij dit advies zeker had opgevolgd en dat zijn blik altijd omhoog was gericht.
In 1920 was Ru Bosscha de leidende kracht achter de oprichting van de Nederlandsch-Indische Sterrenkundige Vereniging. In het Homann hotel in Bandung kwam de vereniging voor het eerst samen en werd al snel besloten een sterrenwacht te bouwen. Tussen 1923 en 1928 werd het observatorium gebouwd. Helaas heeft Ru Bosscha nooit zelf van het resultaat van zijn inspanningen kunnen genieten, Kort nadat de bouw was voltooid, maar voordat de grote telescoop was geplaatst, overleed Ru Bosscha.
Voor de bouw werd voor de hoge heuvels bij Lembang gekozen, omdat het hier ‘s nachts nog echt donker was en de waarnemingen niet door licht vanuit de stad vervuild zouden worden.
De grote telescoop is gebouwd in Duitsland en in losse onderdelen naar Nederlands-Indië verscheept. In Lembang werd de telescoop weer in elkaar gezet. Dit duurde maar liefst 3 maanden. In die tijd was het de grootste telescoop op het zuidelijk halfrond.
Nu wordt de telescoop nog steeds gebruikt. Studenten van de universiteit in Bandung gebruiken de telescoop tijdens hun studie en om foto’s te maken van het heelal.
Elke zaterdag worden er rondleidingen gehouden. Enthousiaste studenten vertellen over de zon, de maan de sterren en natuurlijk het observatorium. Het observatorium is goed onderhouden en is populair bij bezoekers; de rondleidingen zitten elke zaterdag vol. Op het terrein staat nog een herdenkingsteken voor Ru Bosscha.
Als hij kon zien hoe zijn erfenis na 100 jaar nog voortleeft, zou hij zeker trots zijn. Zijn liefde voor de sterren en het heelal wordt nog elke dag gevoeld en doorgegeven.
De Zeiss telescoop
VOOR DE DR. K.A.R. BOSSCHA STERRENWACHT. -Bij de optische fabriek van Zeiss te Jena is de reusachtige astronomische kijker gereed gekomen, bestemd voor de Bosscha-sterrenwacht te Lembang op Java. Het machtige instrument, dat ruim 14.000 K.G. weegt bezit twee hoofd-objectieven, één voor visuele waarnemingen en één voor astrophotografische opnamen. Een electromotor laat de kijker, tezamen met den geheelen koepel, de dagelijksche omwenteling maken. – Links het instrument in de Zeiss-fabriek en rechts het bevestigen van een der groote lenzen, die ieder 300 K.G. wegen. Sumatra Post, 31 december 1928 (bron: delpher.nl)
Rondleiding
Tijdens de rondleiding neemt de Zeiss-telescoop een belangrijke rol in. De telescoop is tot in de puntjes onderhouden en het dak dat open kan en geroteerd kan worden, zodat elk stukje van het heelal bekeken kan worden, loopt letterlijk nog op rolletjes.
Het is heel inspirerend te zien hoe deskundig en vol liefde de jonge mensen die de tour verzorgen, hun kennis delen. Als je in de buurt bent, en geïnteresseerd bent in sterrenkunde of geschiedenis, dan is een bezoek aan de sterrenwacht zeker aan te raden.
De rondleidingen zijn alleen op zaterdagochtend en je moet je online opgeven >>> Wees er op tijd bij, want de rondleidingen zitten snel vol.
Rondom Bandung liggen prachtige thee- en aardbeienvelden. Een bezoek (of zelfs een overnachting) aan een theeplantage of theefabriek is een mooie ervaring.
Malabar Theeplantage
De Malabar Tea Estate ligt op 2 á 3 uur rijden zuidelijk van Bandung. Hier kan je wandelen door de theeterrassen en genieten van prachtige uitzichten. De lage theestruiken met de hoge bomen en de bergen op de achtergrond, in combinatie met de frisse koele berglucht, maken dat je hier heerlijk tot rust komt.
Vlakbij de plantage is nog steeds een oude theefabriek in bedrijf. Rondom de fabriek staan kleine arbeidershuisjes samen met wat grotere woningen die door de opzichters werden bewoond. De arbeiders die hier nu wonen verbouwen in hun tuinen fruit, groente en koffie die ze zelf eten of verkopen als bijverdienste.
Ongeveer 130 jaar geleden heeft Karel Albert Rudolf Bosscha de Malabar theeplantage aangelegd. Hij is nog steeds een bekend persoon.
Ru Bosscha
Karel Albert Rudolf Bosscha (hij werd Ru genoemd) komt uit een familie van wetenschappers. Na zijn studie in Delft vertrok hij in 1887 op 22-jarige leeftijd naar Nederlands-Indië. Vanaf 1895 tot aan zijn dood in 1928 leidde hij de Malabar theeplantage ten zuiden van Bandung.
Hij sprak Maleis, Javaans en Soendanees. Over zijn privéleven is niet veel bekend. Hij is nooit getrouwd, maar had volgens de verhalen wel veel kinderen bij de vrouwen op de plantage.
Hij was erg succesvol, niet alleen zakelijk viel hij op (Malabar werd de grootste en meest rendabele theeplantage van heel Nederlands Indië) maar ook zijn maatschappelijke betrokkenheid was groot. Hij had hierbij een grote interesse in techniek en wetenschap. Hij was een voorloper bij het gebruik van nieuwe technieken.
In 1895 stichtte hij een telefoonmaatschappij in Bandoeng. Deze maatschappij werd later door de staat overgenomen. Ook was hij betrokken bij het oprichten van de Technische hogeschool in Bandoeng en steunde hij de oprichting van een ziekenhuis waar kanker behandeld kon worden. Hij was betrokken bij een elektriciteitsmaatschappij en op de plantage gebruikte hij voor die tijd moderne technieken om energie te winnen uit waterkracht.
Hij maakte zich sterk voor het invoeren het metrieke stelsel waardoor er niet langer in “palen” werd gemeten, maar in kilometers. In 1914 diende hij al een verzoek in bij de regering om dit stelsel in te voeren. Op zijn eigen plantage berekende hij alles stug in kilometers en hectaren. In 1923 besloot de regering uiteindelijk geleidelijk over te stappen op het metrieke stelsel.
Verder is hij bekend omdat hij de drijvende kracht was achter de bouw van het Bosscha observatorium (sterrenwacht)>> ten noorden van Bandung.
Op zijn plantage richtte hij een gratis school op, en bouwde hij huizen voor zijn werknemers. In Bandung steunde hij het onderwijs aan doofstomme en slechthorende kinderen.
De Heren van de thee
In het boek van Hella Haasse “De Heren van de thee” wordt ook de theeplantage Malabar beschreven. Hella Haasse vertelt het verhaal van het echtpaar Rudolf Kerkhoven en Jenny Roosegaarde Bisschop, die woonden op de theeonderneming Gamboeng. Ook de neef van Rudolf Kerkhoven komt voor de roman. Dit is Ru Bosscha, de administrateur van de theeplantage Malabar. Hiermee is ook Karel Albert Rudolf Bosscha één van de “Heren van de thee”.
Overnachten
Het is mogelijk op Malabar te overnachten in een kamer of in een chalet bij het plantershuis. Hou er rekening mee dat de kamers misschien niet geheel aan Europese verwachtingen voldoen.
De plantages zijn nu van het staatsbedrijf PT Perkebunan Nusantara. De theefabriek is nog steeds in gebruik.
Het graf van Bosscha
In 1928 stierf Bosscha hij aan een beroerte. Hij werd bewusteloos gevonden op de plantage en overleed nog dezelfde nacht. Hij ligt begraven in een praalgraf op zijn plantage Malabar, op een plek die hij zelf had uitgekozen. Deze plek lag in 1928 nog in het oerwoud, en nu tussen de landerijen. Verder ziet het er nog hetzelfde uit als bijna 100 jaar geleden.
Bosscha is nog steeds een bekende en gerespecteerde man. In de kranten lezen we dat hij na zijn dood nog regelmatig wordt herdacht. Hij heeft een onuitwisbare indruk achtergelaten.
Bosscha werd op 20 december 1920 tot ereburger van Bandung benoemd (en is dit nog steeds).
De universiteiten van Leiden-Delft-Rotterdan (Erasmus) eren wetenschappers die een uitstekende bijdrage hebben geleverd aan de internationale samenwerking tussen Nederland en het Mondiale Zuiden, door hen een “Bosscha Medaille” toe te kennen.
Na de onafhankelijkheid van Indonesië vernoemde de gemeente Bandung een straat naar hem (de Jalan Bosscha). Bij de sterrenwacht in Lembang staat een monument met zijn naam. Nog in september 2007 werd een planetoïde naar hem vernoemd: de “Karelbosscha”.
De Malabar theeplantage is zeker een bezoek waard. Niet alleen vanwege het bijzondere verhaal dat aan de plantage verbonden is, maar ook vanwege de prachtige omgeving. De frisse lucht en prachtige uitzichten maken een onvergetelijke indruk.
Nimo Highland
Vlakbij bij het plantagehuis, op de naast liggende heuvel is een prachtig uitzichtpunt en een toeristisch centrum gebouwd: Nimo Highland.
Over een grote loopbrug krijg je een 360 graden uitzicht over de verre omgeving. Het restaurant is gebouwd in Santorini-stijl, compleet met blauwe daken. Er is een reuzenrad, paintball en vele andere activiteiten. Hier kan je heerlijk met het gezin of vrienden relaxen of juist actief bezig zijn. Ook kan je hier huisjes huren.
Wandelen door de bergen
Vanaf de loopbrug zie je de plantage Malabar liggen in het dal.
Als je wil kan je vanaf Malabar met een gids een wandeltocht door de bergen naar Garut maken. Je chauffeur neemt je bagage mee in de auto naar het volgende hotel in Garut, zodat je licht bepakt op pad kan.
Herinner je je Jogjakarta nog van de verhalen van je familie? Heb je foto’s van jaren en jaren geleden?
Het is nu tijd om terug in de tijd te reizen en de sporen van het verleden terug te vinden. We laten je graag het Jogja van zo’n 100 jaar geleden zien en vertellen je de verhalen die nog steeds verbonden zijn met de straten waarin we lopen.
Ben je er klaar voor om het verleden te ontmoeten? Je wandelt door de oude straatjes waar je de oude gebouwen uit het verleden nog herkent. Soms nog trots en mooi, soms verborgen en oud en verweerd en getekend door de tijd. Voor de langere afstanden reizen we per becak.
Wat is het plan?
✔ We beginnen in het centrum van Jogja en lopen door de oude straatjes op zoek naar sporen uit het verleden. De stad is druk en levendig, maar vertelt ons nog steeds de verhalen van jaren en jaren geleden.
✔ Onderweg vertellen we je de verhalen die verbonden zijn met de gebouwen en plekken om ons heen. Tegenwoordig staat Jogja bekend als de enige stad in Indonesië die nog wordt geregeerd door een Sultan, Yogyakarta is een belangrijk centrum van kunst, onderwijs en cultuur.
Hoe zag Jogja er 100 jaar geleden uit? Kun je je dit voorstellen?
✔ In deze tour richten we ons op Jogjakarta rond 1920. De Nederlanders waren de koloniale macht. We gaan op zoek naar de oude gebouwen die toen in gebruik waren. Waar was het machtscentrum? Hoe zit het met de kerken, scholen en ziekenhuizen? Wat waren de plaatsen waar de hogere klasse zich graag ophield?
✔ Probeer de hapjes en drankjes die al favoriet waren bij onze voorouders. Wist je dat deze snacks nog steeds op dezelfde manier worden gemaakt als vroeger?
✔ Bang om te moe te worden? Maak je geen zorgen, we gaan niet alleen wandelen, maar reizen ook per becak.
Een geweldige manier om alles te zien, zonder te moe of te warm te worden.
Een geweldige ervaring
3 uur vol geschiedenis en cultuur
Beweeg, snack en dwaal rond zoals ze 100 jaar geleden deden!
Goed om te weten ✔
Wij verwelkomen u graag in onze prachtige stad Yogyakarta
Geen extra kosten, de becaktour, hapjes en drankjes zijn inbegrepen
Door de tour te doen, maak je kennis met het verleden en begrijp je het heden beter 😉
Privé rondleiding
Heeft u allergieën of speciale wensen, laat het mij dan van tevoren weten
Voor alle leeftijden
Praktische informatie ✔
Beschikbaarheid: elke dag Duur: 3 uur. Inbegrepen: becak, gids, snacks, drinken en water. Taal: Engels Beperkt aantal plaatsen: controleer beschikbaarheid
Uw gids brengt het oude Semarang weer tot leven. In Semarang zijn nog veel oude gebouwen met evenveel interessante verhalen uit de koloniale tijd. Tijdens een excursie van ongeveer 1.5 uur (ongeveer 3 km) vertelt de gids in het Engels de verhalen achter de gebouwen en de oude stad.
Heeft u zin in iets meer actie? U kunt onder begeleiding van een gids ook per fiets of zelfs op een Vespa scooter de verschillende wijken van Semarang ontdekken.
Vraag naar de mogelijkheden en wij regelen het voor u!
Tijdens deze dagexcursie reist u onder begeleiding van een deskundige gids die u meer kan vertellen over de periode rond de Tweede wereldoorlog.
Vrouwenkamp
Tijdens de Tweede wereldoorlog waren er in Semarang verschillende kampen waar burgers gevangen werden gehouden zoals in de wijk Halmaheira, het klooster Bangkong, Lampersari-Sompok of in Klooster Gedang. We bezoeken een voormalig vrouwenkamp. In de oorlog werden hier vrouwen en kinderen onder zeer moeilijke omstandigheden vastgehouden.
Ereveld
Hierna gaan we naar het ereveld Kalibanteng waar meer dan 3100 oorlogsslachtoffers begraven liggen. de begraafplaats wordt onderhouden door de Stichting Oorlogsgraven Nederland. Hier zijn twee monumenten om de vrouwen en kinderen uit de kampen te herdenken. Ook is het mogelijk ereveld Candi te bezoeken. Hier liggen ongeveer 1000 Nederlandse militairen begraven.
Opvangkamp
Het is ook mogelijk een voormalig opvangkamp te bezoeken. Na de capitulatie van Japan ontstond er een machtsvacuüm en de situatie bleef gevaarlijk. Vanuit midden Java werden vele burgers naar Semarang gebracht om van daaruit door te reizen naar Batavia, Singapore of verder. Een van de opvangkampen was in de van Deventerschool, nu Kartinischool genoemd. Deze school heeft naast het feit dat het een opvangkamp was een bijzondere geschiedenis: Dit was een van de eerste scholen voor kansarme Indonesische meisjes.
Voor veel Nederlanders zijn aan Ambarawa en Banyubiru (Banjoebiroe) herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog verbonden. Duizenden voornamelijk vrouwen en kinderen verbleven hier in Japanse gevangenschap in interneringskampen.
In Ambarawa waren de Jappenkampen 6, 7, 8 en 9 en het kamp Soemowono gevestigd, in Banyubiru de vrouwenkampen 10 en 11. Ook in Semarang waren Japanse gevangenkampen.
Onder de kinderen en kleinkinderen van de slachtoffers bestaat een groeiende interesse om de plekken te bezoeken waarover zij hebben gehoord of gelezen.
Een excursie naar Ambarwa, Banjoebiroe of Soemowono
Een deskundige gids neemt u mee naar het verleden. Luister naar de verhalen van vroeger.
We kunnen helaas niet alle locaties van dichtbij bezoeken, maar op sommige plekken vinden we nog herinneringen van vroeger. In Ambarawa zijn kampen 8 en 9 nog te bezoeken.
In Soemowono is nog het oude KNIL complex te vinden dat tijdens de Tweede Wereldoorlog door de Japanners werd gebruikt als interneringskamp.
Het is mogelijk het reisschema deze dag aan te passen aan uw persoonlijke familiegeschiedenis of interesses. Laat van te voren weten waar uw interesse ligt of welke plekken verbonden zijn met uw familiegeschiedenis zodat de excursie hierop kan worden aangepast.
Bekend vanuit de Indah
In de Juli/Augustus editie van de Indah in 2023 wordt onze tour in Ambarawa beschreven:
Kracht
“Binnen de kampen organiseerden de vrouwen zelf veel zaken”, zo meldt de gids. “Zo konden ze nog een beetje controle houden over hun eigen leven. In het begin, toen de regels het nog toelieten, organiseerden de vrouwen kerkdiensten en school voor de kinderen”, vertelt zij. “Maar ook toen het verboden werd, gingen ze hier in het geheim zo lang mogelijk mee door.”
Mijn oma die onderwijzeres was ging ook in het kamp door met lesgeven. Ik herinner mij het verhaal dat zij mijn vader, hoe klein hij ook was, altijd mee nam. Zo kwam het dat hij op vierjarige leeftijd al kon lezen en schrijven.
In kamp 6 hadden de vrouwen zelfs een bibliotheek georganiseerd en 300 boeken verzameld die geleend konden worden. Ook organiseerden ze “culturele avonden” met toneel en sprekers om toch afleiding te hebben van alle ellende om zich heen. Met verjaardagen knutselde de vrouwen kadootjes voor de kinderen of elkaar.
We zijn geraakt door deze verhalen. Zo knap om naast het zware werk, de honger en de uitzichtloosheid zo nog lichtpuntjes voor elkaar te creëren om niet te vergeten waar het in het leven werkelijk om draait.
De vrouwen putten hoop uit de mooie dingen die ze om zich heen zagen: het prachtige berglandschap van Ambarawa, de zonsopgang en het kerkje met de haan op de toren. Dit kerkje is heel vaak getekend op het weinige papier waar de vrouwen over konden beschikken en werd zelfs op kleding geborduurd. Het kerkje was in het kamp het symbool voor vrijheid.